de Beegderhei

Mindresetten: wandelschoenen aan en naar de Beegderhei, een schitterend natuurgebied vlakbij Roermond.

Aan de rand van de gemeente Maasgouw ligt het mooie natuurgebied De Beegderheide. De Beegderheide is een gebied met een grote afwisseling aan open heideterreinen en besloten bossen. Karakteristiek voor de Beegderheide is het rijke reliëf en het grote aantal kleine en grote vennen.

Bovendien is de Beegderheide een toevluchtsoord voor een bont scala aan planten en dieren waaronder enkele zeldzame en bedreigde soorten als de veldkrekel, heikikker en diverse salamander- en libellensoorten.
Sperwer, havik en spechten broeden jaarlijks in de bossen en de uiterst zeldzame Phegeavlinder komt hier massaal voor. Recentelijk zijn zelfs knaagsporen van een bever gevonden.

Hieronder o.a. een complete inventaris van flora en fauna.
Op de Beegderhei staan Amerikaanse eiken verspreid. Deze bomen kunnen zich massaal uitzaaien en verdringen andere bomen, zoals b.v. de berk. Om te voorkomen dat de Amerikaanse eik de overhand krijgt wordt een deel van de bomen geringd. Ze sterven af en blijven een tijd als hout in het bos staan.

Zo is het idee geboren kunstenaars collectief  “HAK2000” met die bomen aan de slag te laten gaan en van een aantal van de te ringen Amerikaanse eiken houtsculpturen gemaakt.

Het ven
Het ven is door menselijk toedoen ontstaan. In de late Middeleeuwen werd de Beegderheide te intensief gebruikt bij het steken van plaggen en het laten grazen van vee. Op een bepaald moment groeide er niks meer; open zand bleef over. De wind kreeg vat op het zand. Het zand begon te stuiven. Het zand stoof weg tot op stevigere grondlagen of lagen die natter waren. In het geval van het ven van de Franse Berg stoof het zand weg tot op de leemachtige ondergrond. Het zand werd aan de noordoostzijde door de wind gedeponeerd. Hier vinden we dan ook enkele kleine heuveltjes. De laagte vulde zich met regenwater: het ven was geboren. Het ven bevat echter niet altijd water. Het is een relatief klein ven. Sinds de werkzaamheden rond de Maas (Maasplassen en het kanaal) is de grondwaterstand enorm gedaald. Het grondwater staat bij de Franse Berg vele meters onder het maaiveld. Het ven moet het dan ook niet hebben van het grondwater, maar van het regenwater. Het regenwater dat in een zone van enkele honderden meters rond het ven valt, kan de ondoorlatende laag in de bodem niet passeren en stroomt af naar het ven. In droge tijden kan de aanvoer te weinig zijn en daalt de waterstand. In de laagste delen blijft echter altijd nog wel enig water aanwezig. De vele bomen rond (en in) het ven zorgen voor een versnelde droogval van het ven. Dennen en berken verdampen namelijk enorm veel water. Ze onttrekken dat aan het ven of van het naar het ven afstromende grondwater.

Behalve aan het reliëf, is ook aan de vegetatie het verloop in vochtigheid te zien. Op de hogere zandruggen groeien eiken en berken, lager bij het ven berken en wilgen. Door de grote hoeveelheid bladeren in het ven, zijn er ook midden in het ven wilgen gaan groeien. Door de enorme hoeveelheid voedingsstoffen is het water tamelijk voedselrijk en zuur. Dit komt tot uitdrukking in de oevervegetatie van kalmoes, gele lis, knopig helmkruid en pitrus. De waarde van het ven zit ‘m dan ook niet in het voorkomen van zeldzame planten zoals op de Beegderheide, maar in de aanvullig op de overige biotopen van de Franse Berg. Het ven vormt een aantrekkelijke plek voor amfinbieën (gewone pad) en libellen. Vooral deze laatste groep is soms verrassend rijk vertegenwoordigd. Ze komen “overwaaien” vanuit de Beegderheide. Het struweel is rijk aan zangvogels, vooral mezen. De potentie voor een goede oevervegetatie is er echter wel, getuige de in het verleden waargenomen soorten. Het is echter de vraag of wij van Natuurwegwijzer in staat zijn de kwaliteit van het ven zodanig te verbeteren zodat deze soorten weer een kans krijgen. Consolidatie staat voorlopig voorop.

Stuifzand
Ondanks het achterwege blijven van beheer is nog steeds open zand aanwezig op de Franse Berg. Dit gedeelte van het natuurgebied ligt vele meters hoger dan de omgeving en is daardoor gortdroog. In het zand groeien mossen en korstmossen. Solitaire bijen maken in het zand hun holletje.

Heide
Wanneer het stuifzand eenmaal is vastgelegd door mossen e.d. kan zich heide ontwikkelen. Voordat de heide gaat bloeien, kleuren delen van de heide blauw door het zandblauwtje. De heide is van belang voor met name bijen en hommels. Op de heide van de Franse Berg komt de levendbarende hagedis voor. Het is een grijsbruine hagedis van maximaal 18 cm lang. De hagedis eet vooral kleine insekten, die hij vooral op de heide en het open zand vangt. De openheid van de heide is van groot belang in verband met de warmte. Zoals alle reptielen heeft de levendbarende hagedis warmte nodig om actief te worden. De heide wordt bedreigd door vergrassing, beschaduwing en ophoping van strooisel (vergroting voedselrijkdom) waardoor andere planten zoals braam kunnen gaan groeien.

Zomereiken-berkenbos
Op arme zandgrond vormt het zomereiken-berkenbos het climaxstadium. Het veelvuldig voorkomen van dit type bos getuigt van een natuurlijke (gewenste) ontwikkeling. De bossen worden gekenmerkt door een tamelijk grote biodiversiteit. In het bos komen veel soorten paddestoelen en mossen voor. Opvallend zijn ook de grote adelaarsvarens.
In het bos ligt nog een tweede verlaging. In de vegetatiekartering van de provincie wordt dit aangemerkt als een slecht ontwikkeld berkenbroekbos. De exacte geschiedenis van dit gebiedje is ons echter nog niet duidelijk. Wel is duidelijk dat het hier zeker niet om een broekbos gaat, maar dat het een soort van veentje is dat overgroeid dreigt te raken. Tussen het pijpestrootje groeien namelijk veenmossen. Meer nog dan het ven, heeft dit gebiedje sterk te leiden onder de vedroging. Waar mogelijk, zullen in de toekomst hier eveneens maatregelen genomen worden.

Dennenbos
Het gaat hier om een produktiebos. De ondergroei is hier slecht ontwikkeld. Door het microreliëf oogt het bos toch tamelijk vriendelijk. De struiken die hier en daar opvallend groeien, vormen een ware plaag. Het gaat hier om Amerikaanse vogelkers, ook wel bospest genoemd. Ondanks dat het dennenbos aanzienlijk armer is dan het zomereiken-berkenbos, vormt het toch een aanvulling voor de Franse Berg. Het is immers weer een andere biotoop, met eigen specifieke flora en fauna.

Speak Your Mind

*