Verkrampte bestuurder en integriteit….

Gelezen in Trouw, Hans Marijnissen − 01/06/16

Bijna tachtig twijfelende burgemeesters hebben advies gevraagd aan een nieuw steunpunt voor integriteitsonderzoek. Een duidelijk vonnis in de zaak Van Rey moet helderheid bieden.

  • © Bart Homburg.
    Jurist Hans Groot (56) was coördinator integriteit bij het ministerie van buitenlandse zaken. Hij werd in 2011 hoofd van het bureau integriteit van de gemeente Amsterdam en stelde orde op zaken bij de provincie Noord-Holland na het vertrek van gedeputeerde Ton Hooijmaijers, die later voor corruptie werd veroordeeld. Sinds 1 januari is hij verbonden aan het Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambtsdragers.

Integritisme, noemt Hans Groot het: de overdreven angst van burgemeesters, wethouders en raadsleden om beschuldigd te worden van niet-integer handelen. Ze weten daardoor niet van welke tennisclub ze nog lid kunnen zijn en kopen hun auto buiten de gemeentegrens. Ze declareren niets meer: je zult maar in een bonnetjesaffaire verstrikt raken.

“Dat zogenaamde ‘gebrek aan integriteit’ is een enorme bananenschil aan het worden”, zegt Groot. “De toenemende aandacht voor dit begrip moet er niet toe leiden dat niemand meer zin heeft in bestuurlijk werk. We hebben in dit land bijvoorbeeld wel 1700 capabele wethouders nodig, en duizenden raadsleden die tegen een geringe vergoeding hun avonduren opofferen.”

Groot is de drijvende kracht achter het Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambtsdragers, dat sinds 1 januari 2015 de commissarissen van de koning, burgemeesters en voorzitters van waterschappen adviseert over de aanpak van bestuurders en volksvertegenwoordigers die mogelijk een scheve schaats hebben gereden. Het steunpunt doet zelf géén onderzoek, maar begeleidt de hulpvrager bij diens eigen speurtocht.

Is er al met de ‘verdachte’ gesproken? Wie is de aangever? Doet de burgemeester zelf het onderzoek of besteedt hij dit uit? Wat mag het kosten? En is er gedacht aan nazorg en eventuele rehabilitatie als de melding geen grond blijkt te hebben?

Hoeders bestuurlijke integriteit
Burgemeesters worstelen steeds meer met zulke vragen, omdat de Gemeentewet hen sinds dit jaar opvoert als ‘hoeders van de bestuurlijke integriteit’. Dat vraagt om actief optreden. Uit het jaaroverzicht 2015 dat vandaag verschijnt, blijkt dat ze 76 keer formeel om advies van het steunpunt hebben gevraagd.entertoets_integriteit1-595x200

Er bestaat in Nederland grote onduidelijkheid over wat in het bestuur kan, en wat niet kan, zegt Groot. “De meeste schendingen bestaan uit ­naïef gedrag in een grijs gebied. Met opzet gepleegde criminele handelingen zijn echt uitzondering.”

Groot verwacht veel van het ­zogenoemde Van Rey-effect, dat zal optreden als straks het vonnis tegen deze van corruptie verdachte oud-wethouder wordt uitgesproken. “Die kwestie is de aanjager die we nodig hebben. Treurig, maar waar. In dat vonnis komen nieuwe definities te staan van integriteit en belangenverstrengeling. Daarop kan de vraag beantwoord worden wat in Nederland een acceptabele bestuurscultuur is.” Nadat de rechter heeft gesproken, is het volgens Groot hoog tijd voor de zogenoemde moresprudentie.

Het lokale bestuur hangt volgens Groot ‘aan elkaar van belangenverstrengeling’. Dat kan ook niet ­anders. “Het raadslidmaatschap is liefdewerk oud papier, dat naast een reguliere baan bestaat. Een raadslid heeft verbondenheid met allerlei organisaties, en vanwege die netwerken en specifieke kennis wordt hij of zij vaak ook gekozen. Het gaat pas fout als de zuiverheid van de besluitvorming in het geding is. Je bent als raadslid eindcontroleur, je kunt niet actief ambtenaren aansturen. Als je bemoeienis door de ambtenaar als druk wordt ervaren, is het al foute boel.”

Vadertje Drees
We hoeven niet allemaal als vadertje Drees te opereren, benadrukt Groot, die niet eens een pen van de zaak gebruikt voor zijn privé-correspondentie. “Maar als een gemeente een echte macher binnenhaalt om de stad eens ‘op de kaart’ te zetten, moet ze zich er wel van vergewissen dat deze geen dubieuze zaken doet.”

Diezelfde onduidelijkheid heerst bij gemeenteraadsleden die ánderen gebrek aan integriteit verwijten, ­aldus Groot. Soms wordt de term ‘schending van integriteit’ gebruikt als er slechts een politiek conflict is. Dit leidt nu eenmaal tot meer dynamiek. Die onterechte beschuldiging is een soort modder die moeilijk uitwasbaar is, waarschuwt hij. Raads­leden en bestuurders worden zo afgeserveerd, terwijl zij prima functioneren.

De schendingen, de verlammende angst daarvoor en het misbruik van het begrip integriteit, kunnen volgens Groot aanzienlijk worden teruggedrongen als er afspraken worden gemaakt in vredestijd, zoals hij dit noemt.

“Je zou alle dilemma’s op dit gebied moeten bespreken als de thema’s nog niet politiek actueel zijn, aan het begin van een raads­periode bijvoorbeeld. Wat doen we met cadeaus en reisjes? Willen we als raad wel een gratis passe-partout voor de schouwburg? Als dit soort ­gesprekken normaal worden, neemt de kans op een uitglijder enorm af.”

Speak Your Mind

*